brand swoosh

Meldingen ongewenst gedrag topje van ijsberg

Meldingen ongewenst gedrag topje van ijsberg

De laatste maanden staan de media bol van de verhalen over grensoverschrijdend seksueel gedrag. We horen en lezen dat het veel voorkomt, veel te veel. En vooral vrouwen krijgen hier helaas vaak mee te maken. In de mediawereld, in de (top)sport, maar ook op de werkvloer. In deze blog duiken datamanager Elena Basilico en senior adviseur Astrid Ridderbos in de cijfers. Hoe vaak komt ongewenst gedrag voor? Wat zijn de gevolgen voor de medewerker en de organisatie? En waarom is het niet genoeg om alleen af te gaan op meldingen van ongewenst gedrag?

Schrik en ongeloof

Astrid: “Als adviseur begeleid ik veel onderzoeken in verschillende organisaties. De laatste jaren voegen we steeds vaker de module ongewenst gedrag toe. Veel organisaties vinden dit een belangrijk onderwerp en willen hier graag zicht op krijgen. De cijfers die hieruit naar voren komen, leiden veelal in eerste instantie tot schrik en ongeloof. Zoals laatst bij een presentatie die ik gaf. Eén op de 10 medewerkers van die organisatie had de afgelopen 12 maanden een vorm van ongewenst gedrag meegemaakt. De directeur gaf geschokt aan: er zijn het afgelopen jaar nauwelijks meldingen van ongewenst gedrag geweest. En toch komt het zoveel voor.”

Alleen afgaan op meldingen geeft dan ook geen betrouwbaar beeld. Vragenlijstonderzoek, waarin medewerkers hun ervaringen anoniem kunnen delen, geeft een beter beeld van de werkelijke situatie. Hierover later meer.

Hoe vaak komt het voor?

Naast ongewenste seksuele aandacht, is het ook belangrijk om zicht te krijgen op andere vormen van ongewenst gedrag: namelijk intimidatie, lichamelijk geweld, pesten en discriminatie. Astrid: “De organisatie die ik net aanhaalde, deed het eigenlijk ‘beter’ dan onze benchmark Totale beroepsbevolking. Dus gemiddeld komt het in de totale beroepsbevolking nóg vaker voor. Dat 1 op de 10 medewerkers met intern ongewenst gedrag was geconfronteerd de afgelopen 12 maanden, vond men in die organisatie – en terecht! – niet acceptabel. Dat je dan met deze cijfers als organisatie ook nog beter scoort dan de benchmark is toch ongelooflijk?” Extra noodzaak dus om hier meer zicht op te krijgen.

Elena: “Onze benchmark Totale beroepsbevolking bevat cijfers van medewerkersonderzoeken uit 2016 t/m 2020. Het betreft hier bijna 67.000 respondenten uit meer dan 230 organisaties. We hebben de verdeling van de sectoren in onze benchmark ‘Totale beroepsbevolking’ gecorrigeerd, zodat deze gelijk is aan de verdeling die het CBS hanteert. Onderstaande tabel laat de percentages zien voor de verschillende vormen van ongewenst gedrag. Het gaat hier om intern ongewenst gedrag; ongewenst gedrag door collega’s en/of leidinggevenden. We hebben ze ook uitgesplitst naar geslacht.”

Tabel 1

Hoe vaak komt intern ongewenst gedrag voor?

Tabel 1. Mate van voorkomen van intern ongewenst gedrag in benchmark Totale beroepsbevolking (2016-2020).

Verschil tussen mannen en vrouwen

Wat geen verrassing is, is dat ongewenste seksuele aandacht onder vrouwen bijna vier keer zo vaak voorkomt als onder mannen. Meer mannen daarentegen worden geconfronteerd met lichamelijk geweld. Intimidatie wordt het vaakst ervaren, zowel door mannen als door vrouwen. Qua pesten liggen de percentages ongeveer gelijk.

Gevolgen ongewenst gedrag

Als we verder kijken naar de gevolgen van het ongewenste gedrag, dan zien we dat die aanzienlijk zijn. Je hebt niet veel voorstellingsvermogen nodig om te beseffen dat het ervaren van ongewenst gedrag verregaande gevolgen heeft. Denk aan stressklachten, minder werkplezier, verzuim en het veranderen van baan.

Tabel 2 laat zien dat bijna een kwart van de medewerkers die ongewenst gedrag hebben meegemaakt, minimaal 2 stressklachten ervaart. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het last hebben van beelden/herinneringen, bepaalde plaatsen/taken/personen moeten mijden of schrikreacties bij gebeurtenissen die lijken op het incident.

De helft geeft aan het plezier in het werk verloren te hebben en ruim 40% heeft serieus overwogen van baan te veranderen. De gevolgen voor de organisatie zijn ook aanzienlijk. Ruim 1 op de 3 meldt minder goed gefunctioneerd te hebben en 1 op de 12 medewerkers die ongewenst gedrag heeft ervaren, heeft hierdoor verzuimd van het werk.

Tabel 2

Tabel 2: gevolgen intern ongewenst gedrag

Tabel 2. Negatieve gevolgen na intern ongewenst gedrag.

Meldingen alleen geven geen goed beeld

Nog even terugkomend op het aantal meldingen van ongewenst gedrag in organisaties: dat blijft enorm achter. We zien in tabel 3 dat 76% van de slachtoffers aangeeft bij iemand terecht te hebben gekund met wat zij hebben meegemaakt. Bijvoorbeeld bij een collega, leidinggevende, vertrouwenspersoon en/of iemand anders. Echter, slechts 13% is naar een vertrouwenspersoon gestapt. En van deze 13% zal nog een kleiner percentage een melding hebben gedaan.

Het aantal meldingen van ongewenst gedrag in een organisatie zegt dus eigenlijk niets over hoe vaak ongewenst gedrag voorkomt. Het is het spreekwoordelijke topje van de ijsberg. Het overgrote deel van de incidenten wordt niet gemeld. Zo bleek ook uit de onthullingen bij The Voice en de affaire bij Ajax. Dit heeft alles te maken met de cultuur in de organisatie.

Hoe je die cultuur precies moet omschrijven verschilt per organisatie. Duidelijk is dat er in deze organisaties in elk geval geen sprake is van een veilige werkcultuur. Een veilige werkcultuur is een cultuur waarin leidinggevenden ongewenst gedrag bespreekbaar maken, waarbij je elkaar aanspreekt op ongepast gedrag en waar mensen zich veilig voelen om ook daadwerkelijk melding te doen.

Tabel 3

Tabel 3: sociale steun na ongewenst gedrag

Tabel 3. Sociale steun na ervaren van ongewenst gedrag.

Mannen zoeken minder sociale steun

Wat verder opvalt aan tabel 3 is het verschil tussen vrouwen en mannen in het terecht kunnen bij iemand na het incident. We weten uit veel literatuur dat sociale steun belangrijk is na een incident of traumatische ervaring. Nu zou het kunnen dat mannen moeilijker steun zoeken dan vrouwen. Met name de stap naar collega’s wordt minder makkelijk gezet. Ook dit is weer een ‘cultuur’ aspect.

Volgend artikel: welke factoren hebben invloed?

In een volgend artikel willen we hier nader op ingaan. Waarin verschillen organisaties waar weinig intern ongewenst gedrag voorkomt van organisaties waar dat meer voorkomt? Kunnen we een aantal factoren aanwijzen die daarin van belang zijn? We nemen daarvoor weer een duik in de cijfers die we de afgelopen jaren verzameld hebben.