brand swoosh

Oudere werknemer verrassend vitaal

Oudere werknemer verrassend vitaal

Ouderen zijn vitaler dan jonge werknemers, zo blijkt uit onze data. Ouderen van 55 plus ervaren o.a. meer energie en plezier in hun werk, herstellen beter en zijn meer betrokken dan hun collega’s van 34 jaar en jonger.

Wij vergeleken oudere medewerkers uit de totale beroepsbevolking (van 55 jaar en ouder) met jonge medewerkers (t/m 34 jaar), om te kijken hoe het met de werkbeleving is gesteld. En wat blijkt? Ouderen oordelen gunstiger over hun vitaliteit dan de jongere medewerkers. De groep waar je het wellicht het minst verwacht, blijkt eigenlijk heel vitaal te zijn. Zoals in onderstaande grafiek te zien is, scoren de 55-plussers op vrijwel alle vitaliteitsonderwerpen gunstiger. Alleen op het gebied van initiatief nemen en actief leren doen de jongeren het beter.

Verschil tussen ouderen en jongeren: vitaliteit

Oudere werknemer verrassend vitaal

Grafiek 1: Vitaliteit

Jongeren scoren gunstiger op taakeisen

Jongeren scoren over het algemeen gunstiger op de taakeisen in het werk dan de ouderen (zie grafiek 2). Kennelijk ervaren oudere medewerkers de eisen die aan het werk gesteld worden als zwaarder dan de jongeren dat doen. Dit geldt voor zowel verandering in de werkzaamheden en complexiteit van het werk, als voor werktempo en werkhoeveelheid en emotionele- en mentale belasting.

Verschil tussen ouderen en jongeren: taakeisen en hulpbronnen

Ouderen v.s. jongeren: taakeisen en hulpbronnen

Grafiek 2: Taakeisen en Hulpbronnen

Ouderen hebben meer beschikbare hulpbronnen

Op de beschikbare hulpbronnen, scoren de oudere medewerkers echter overwegend positief.
Ouderen ervaren o.a. meer afwisseling in het werk, autonomie, duidelijkheid in werkzaamheden en inspraak in hun werk dan de jongere werknemers. Ook ervaren ouderen hun werk als meer betekenisvol.

Oorzaken

Hoe vitaal een medewerker zich voelt heeft in belangrijke mate te maken met de balans tussen taakeisen en hulpbronnen. In het werk worden er eisen aan je gesteld. Denk bijvoorbeeld aan taken die binnen een bepaalde tijd af moeten zijn of aan lastige situaties die je moet oplossen. Dit kan zwaar zijn maar als je dit goed aankan en je voldoende 'hulpbronnen’ hebt, dan kun je je werk met plezier doen. Als dit niet het geval is kun je stress ervaren of het plezier in je werk verliezen. De balans tussen taakeisen en hulpbronnen is dus belangrijk voor iemands vitaliteit.

Bij de ouderen lijkt er een betere balans te zijn. Dit zou één van de mogelijke verklaringen kunnen zijn voor de gunstige scores op vitaliteit op late leeftijd. Een mooie stimulans dus voor werkgevers om kritisch te kijken naar de beschikbaarheid van hulpbronnen bij jongeren. Hier publiceerden wij ook al eerder over toen wij schreven over de toenemende burn-out klachten onder jongeren. Tevens is het een mooie kans om in deze krapte van de arbeidsmarkt juist meer ouderen aan het werk te krijgen.

Ook kunnen er factoren buiten het werk zijn die het verschil mede verklaren. Onlangs publiceerde het
CBS nog dat hoge eigen verwachtingen en angst voor fouten belangrijke verklaringen zijn voor meer werkstress onder jongeren.

The Healthy worker effect

Overigens is het zo dat de groep ouderen in deze benchmark de werkende ouderen zijn. Medewerkers die door ziekte of te belastend werk zijn uitgevallen, nemen niet deel aan onze onderzoeken. Diegenen die wel in het arbeidsproces blijven zijn over het algemeen al vitaler, ook wel het zogenaamde ‘Healthy worker effect’ genoemd. Dit zou ook kunnen bijdragen aan de gunstige score op vitaliteit.

SKB beschikt over het grootste databestand in Nederland met gegevens uit gevalideerd onderzoek met meer dan 1,5 miljoen respondenten.